fbpx

3 hardnekkige mythes die leersituaties potentieel in de weg staan

De dominante hersenhelft bestaat niet … sorry Leftbrainers en Rightbrainers!

Er doen heel wat verkeerde opvattingen de ronde over de manier waarop we ons brein gebruiken om te leren. Meer dan één leermythe slingert rond op sociale media, verschijnt in gerenommeerde tijdschriften, duikt op in gekende blogs… en wordt zelfs aangehaald tijdens professionele opleidingen en trainingen. Deze zogenaamde ‘neuromythen’ zijn met andere woorden hardnekkig aanwezig. Vaak gaat het om onschuldige faits divers waar niemand echt last van ondervindt. Maar soms staan ze efficiënt leren danig in de weg. Daarom is het zinvol om er een aantal te ontkrachten.

Zitten onderstaande neuromythen in jouw brein als feiten opgeslagen? Dan wil dat niet zeggen dat je lichtgelovig bent. Onderzoek wijst zelfs uit dat, hoe meer kennis je hebt over het brein, hoe vaker je blootgesteld wordt aan verkeerde ‘neurowetenschappelijke’ informatie.

leermythes

Leermythe 1: “We gebruiken slechts 10% van ons brein”

We gebruiken wel degelijk alle cellen in ons brein. Wat wél klopt, is dat op elk gegeven moment maar ongeveer 1 tot 16% van onze breincellen actief in de weer zijn. Als al onze breinneuronen tegelijkertijd signalen zouden afvuren, zou ons dat simpelweg te veel energie kosten.

Dat energieverbruik werkt voor het menselijke brein in zekere zin als beperkende factor. De beperking ligt dus niet bij ons vermogen om de volledige capaciteit van ons brein te benutten, zoals de leermythe veronderstelt. Je kan een brein bekijken als een zwaar computerprogramma: hoe meer venstertjes er tegelijkertijd openstaan, hoe meer energie het opslorpt. Terwijl een brein ongeveer 2% van onze lichaamsmassa vertegenwoordigt, is het verantwoordelijk voor 20% van onze totale energieconsumptie. Het brein doet er dus goed aan om niet alle neuronen tegelijkertijd te laten vuren.

Leermythe 2: Leftbrainers vs Rightbrainers

Een populaire opvatting luidt dat mensen op een andere manier denken en leren, afhankelijk van de dominantie van een bepaalde hersenhelft. Daar bestaat echter geen sluitend wetenschappelijk bewijs voor. Het staat wel vast dat iedere hersenhelft verantwoordelijk is voor specifieke functies, zoals spraak en creativiteit. Die twee helften hebben elkaar echter nodig om ‘binnen hun eigen specialisatie’ goed te functioneren.

Omdat alles best eens mag meevallen, heeft deze breed verspreide misvatting ook een positief kantje. Ze ligt namelijk aan de basis van een effectieve leerpraktijk. Vandaag is het de norm om zowel analytische (links) als creatieve (rechts) leermethoden toe te passen in een leerproces. De doeltreffendheid van die manier van werken heeft echter te maken met hoe we informatie verwerken en onthouden. En dus niet met de zogenaamde dominantie van een bepaalde hersenhelft.

Leermythe 3: Je leert efficiënter in je voorkeursleerstijl

Iedereen heeft zijn favoriete manier van leren: visueel, auditief of kinesthetisch. Ofwel leer je liefst door iets te bekijken, ofwel verkies te leren in combinatie met geluiden, ofwel val je liever terug op fysieke prikkels. De stelling dat mensen efficiënter en succesvoller leren wanneer men hen leermateriaal aanbiedt in functie van die geprefereerde leerstijl, gaat echter niet op.

Uit grootschalige studies blijkt dat studenten die onderwezen worden volgens hun verkozen leervorm, het niet beter doen dan andere studenten. Je kan dus zeker een voorkeur hebben voor een bepaalde manier om informatie te ontvangen. Maar er bestaat voorlopig geen bewijs dat die voorkeur ook leidt tot een betere verwerking of retentie van die informatie.

‘Baat het niet, dan schaadt het niet’, zou je denken. Toch veroorzaakt deze leermythe potentieel problemen in leersituaties. Ze werkt namelijk blindheid voor de leerinhoud in de hand. Die blindheid doet ons soms vasthouden aan een bepaalde leerstijl die niet per se geschikt is voor de inhoud. Hoewel je zeker rekening mag houden met bepaalde leervoorkeuren wanneer je kennis overbrengt, bepaalt voornamelijk de leerinhoud zelf de efficiëntie van een werkvorm.

Bron: Dr. Victoria Knowland, Pr. Michael Thomas © CEN. Neuro-hit or neuro-myth? http://www.educationalneuroscience.org.uk/resources/neuromyth-or-neurofact – Geraadpleegd op 01/2021